Een uitzonderlijke getuigenis
Een schat van 70 Keltische goudstukken zoals die van Thuin is van een uitzonderlijke archeologische en numismatische waarde, want de overblijfselen van de Gallische beschaving in onze contreien zijn schaars, fragmentarisch en weinig opzienbarend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Koning Boudewijnstichting de Gallische muntschat aankocht toen de gelegenheid zich voordeed.
In de grond begraven
In 1980 werden de muntstukken toevallig ontdekt op de zuidflank van de vallei van de Biesmelle in Thuin (Henegouwen). Ze lagen verspreid over een oppervlakte van 3 op 1 meter en op een diepte van 30 tot 40 centimeter. In vroegere tijden, toen banken nog niet bestonden, werden waardevolle voorwerpen vaak in de grond begraven, en na het plotselinge overlijden van hun eigenaar bleven ze soms millennialang verborgen en vergeten.
Grieks geïnspireerd
De muntschat van Thuin omvat 70 staters die alle tot hetzelfde basistype behoren. Ze zijn geïnspireerd op Griekse modellen en werden gebruikt voor het uitbetalen van de soldij, als geschenk van de Gallische stamhoofden om hun populariteit of hun macht te verzekeren, als huwelijksgeschenk of als religieus offer. De munten, die geslagen werden – niet gegoten –wegen 5,8 à 6,8 g en bevatten ongeveer 55% goud. De rest van de legering bestaat uit koper en zilver.