De Koning Boudewijnstichting heeft aan het Musée Grétry in Luik een portret in depot gegeven van Constance-Marie Charpentier, vervaardigd door de Luikse schilder Jean-Joseph Ansiaux. Het schilderij werd op de Parijse markt gekocht door het Fonds Raphaël en Françoise Haeven, twee onlangs overleden Luikenaars die binnen de Koning Boudewijnstichting een Fonds oprichtten voor de bewaring van artistiek erfgoed. Op die manier geven ze postuum een mooi geschenk aan de museums van hun stad.
Jean-Joseph Ansiaux (1764-1840) wordt geboren in Luik. Hij werkt eerst een tijdlang in zijn geboortestad en trekt dan naar Parijs, waar hij carrière maakt. Hij volgt er les bij de schilder François-André Vincent en verwerft faam als schilder van ministers en generaals van het Empire (Keizerrijk van Napoleon I). Verschillende werken van de kunstenaar bevinden zich in het Museum voor Schone Kunsten en de Kathedraal van Luik.
Het portret van Constance-Marie Charpentier (1767-1849) door Jean-Joseph Ansiaux dateert uit diezelfde periode. Constance-Marie, geboren Bondelu, was zelf een Parijse kunstenares en schilder, en een leerlinge van de beroemde Jacques-Louis David, die beschouwd wordt als boegbeeld van de neoklassieke beweging. Ze is bekend voor haar genretaferelen en mooie vrouwen- en kinderportretten. Ze was actief in de Parijse Salons en behaalde er verschillende prijzen. Haar echtgenoot, François Charpentier, was de schoonbroer van Georges Danton, lid van de Nationale Vergadering tijdens de Revolutie.
Ansiaux en Charpentier waren tijdgenoten van Grétry, die ze allebei leerden kennen in Parijs. Ze zijn nu te bezichtigen in het Musée Grétry in Luik, dat op die manier een persoonlijk spoor bewaart van Grétry’s verblijf in Parijs. Het schilderij voegt een intimistische noot toe aan de collecties van het Museum, waar verder ook de pianoforte van de meester en een harp prijken. Die werden gerestaureerd met de steun van het Fonds David-Constant, dat eveneens beheerd wordt door de Koning Boudewijnstichting.