De tentoonstelling ‘Les Lettres du désir’, nog tot 27 januari 2013 in de Bibliotheca Wittockiana, is een initiatief van het AML (Archives & Musée de la Littérature) en belicht het verband tussen briefwisseling en artistieke creatie in Franstalig België tussen 1880 en 2010. Ze evoceert de idee dat elk kunstwerk in het diepste wezen van beeldende kunstenaars en schrijvers ontkiemt en de veelzijdige dynamiek van verlangen, drift en ontmoeting ombuigt tot een vormelijke inventie.
Na onder anderen Verhaeren en Maeterlinck, Suzanne Lilar en Dominique Rolin komt de bezoeker terecht in ‘Le désir en toutes lettres’ (Het verlangen voluit), de laatste zaal, gewijd aan Christian Dotremont. Het hele oeuvre van de bedenker van het logogram - vanaf zijn eerste probeersels, die we hier ook te zien krijgen - stond immers in het teken van de liefde omwille van de liefde. Nooit was zijn geliefde uit zijn gedachten en hoe verder zij van hem verwijderd was, des te intenser was zijn verlangen. Het was zijn ontmoeting met de Deense Bente Wittenburg, zijn mythische Gloria, die de weg effende naar deze toestand van symbiose en niet-aflatende sublimatie.
In deze laatste zaal worden een aantal stukken getoond uit het Fonds Christian Dotremont, dat Guy Dotremont in 2011 aan de Koning Boudewijnstichting schonk en dat overeenkomstig zijn wens in bewaring werd gegeven aan het AML. In zijn hele oeuvre - van zijn vroege ‘Exercices calligraphiques sur le prénom Doris’ tot zijn logogrammen (‘Je t’aime à perte de goût’, ‘Horions, Gloria’; ‘Gloria et moi logiquions pas alors, logions au coin des cinq sens et plus...’) - presenteert de creatieve dynamiek van een van de belangrijkste naoorlogse dichters zich aan ons oog en aan onze verbeelding.
In het privé kabinet aan het begin van de tentoonstelling ligt ‘Les Torches du silence’ van Marcel Mariën. Het is opgedragen aan Jacqueline Nonkels, die hij leerde kennen bij René en Georgette Magritte, met wie zij nauw bevriend was. Mariën raakte in de ban van de charmes van deze jonge vrouw en de briefwisseling die zich tussen hen ontspon luidde een lange reeks van humoristisch getinte erotische werken in. Jacqueline Nonkels legateerde deze correspondentie aan de Koning Boudewijnstichting, die ook dit archief aan het AML toevertrouwde.