Met ‘Jerusalem 1000-1400: Every People Under Heaven’ verkent het Metropolitan Museum of Art voor het eerst de volgens hen meest creatieve periode in de meest complexe stad ter wereld.
In de periode tussen het jaar 1000 en 1400 was Jeruzalem niet alleen de thuisbasis voor de drie grote monotheïstische godsdiensten, maar ook voor tal van andere culturen, geloven en talen. De tentoonstelling wil tonen welke sleutelrol Jeruzalem als heilige stad speelde voor de kunst van de middeleeuwen, en omgekeerd, hoe de middeleeuwen hun stempel drukten op de stad.
Schat van Oignies
Daarvoor werden meer dan 200 objecten van 60 verschillende bruikleengevers samengebracht. Met de Schat van Oignies is de Koning Boudewijnstichting één van hen. Die dertiende-eeuwse kerkschat werd in 2010 door de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Namen toevertrouwd aan de Stichting.
In totaal bestaat de Schat uit een vijftigtal stukken - voornamelijk religieus edelsmeedwerk, die broeder Hugo en zijn medewerkers maakten. Ze vertellen iets over de manier van leven in de middeleeuwen en over de relatie met het Midden-Oosten. Want Jacques de Vitry, de belangrijkste mecenas van Hugo van Oignies, leefde enkele jaren in het Midden-Oosten en verstuurde vandaar allerlei materialen naar de priorij.
Wonder van België
Voor de expo zijn drie stukken geselecteerd: een reliekhouder in de vorm van een Byzantijns kruis dat wellicht in het Heilige Land gemaakt is, een bisschopsring van Jacob van Vitry – die in 1216 benoemd werd tot bisschop van Akko - met in de twaalfde en dertiende eeuw zeer gezochte saffieren en de bisschopsstaf die Van Vitry wellicht gebruikte tijdens zijn episcopaat in Akko.
Het gebruik van kostbare en zeldzame materialen, de verfijnde uitvoering, de technische vaardigheid en de goede staat maken van deze stukken, en de Schat van Oignies in het algemeen, een bijzonder ensemble. Niet voor niets is het een van de zeven wonderen van België.
Jerusalem 1000-1400: Every People Under Heaven, tot 8 januari 2017 in The Metropolitan Museum of Art, New York.