Het Brusselse wandtapijt Het Laatste Oordeel, dat toebehoort aan het Worcester Art Museum, kon gerestaureerd worden dankzij het Fonds René en Karin Jonckheere. Het is momenteel tentoongesteld in de KMKG (Jubelparkmuseum) en keert dan terug naar de Verenigde Staten.
Het Laatste Oordeel is het laatste wandtapijt uit een reeks van tien die het mysterie van de verlossing van de mensheid door Christus illustreren. Deze serie was oorspronkelijk langer dan 80 meter en was bedoeld als straatversiering tijdens processies of Blijde Intochten, maar ook om kathedralen en paleizen te decoreren. De geschiedenis van het christendom, van de schepping van Adam tot het Laatste Oordeel, wordt aangevuld met morele allegorieën, in dit geval die van de strijd tussen Deugden en Ondeugden.
Het wandtapijt bevat geen weversmerk, maar de stijl maakt duidelijk dat het om een Brussels product gaat uit de jaren 1500. De meeste kartons kunnen worden toegeschreven aan de schilder Colyn de Coter. Die stond aan het hoofd van een groot atelier en liet zich inspireren door de stijl van Van der Weyden. De compacte composities, waaruit elke leegte lijkt gebannen, en de bewuste expressieve effecten herinneren namelijk duidelijk aan de schilderijen van de meester.
De weeftechniek is verzorgd, en de kleuren stralen weer in al hun harmonie dankzij de restauratie van manufactuur De Wit, gefinancierd door het Fonds René en Karin Jonckheere. De geleidelijke reiniging maakte de volumes weer helder afgelijnd, gaf de gezichten hun reliëf terug en deed de vestimentaire en plantkundige details weer tot hun recht komen. Na de consolidatie beperkte de verdere restauratie zich tot een behandeling van de minst esthetische vroegere ingrepen en de integratie van de hinderlijkste vorm- en kleurlacunes. Bovendien werd het tapijt versterkt met een linnen weefsel en werd het voorzien van een ophangsysteem, om spanningen te vermijden.
Het Fonds René en Karin Jonckheere heeft als doel het beschermen van roerend cultureel erfgoed. In het bijzonder de bewaring of restauratie van kunstwerken die van de Europese dimensie van Brussel getuigen. Het Fonds richt zich in de eerste plaats tot Brusselse overheidsinstellingen die kunstwerken bezitten met een Europese dimensie, maar zet zich ook in voor kunstwerken uit musea, zoals hier het geval is.