De allegorieën van de Vrede en de Roem werden vermoedelijk vervaardigd voor de Schepenkamer, maar na diverse keren te zijn verplaatst, raakten de reliëfs in onbruik en werden ze opgeborgen. Ze dateren uit de periode waarin de kunstenaar tot volle ontplooiing kwam (1680–1700).
Toen ze onlangs werden herontdekt, bleek dat ze dringend aan een deskundige behandeling toe waren. Het restauratieproject is inmiddels tot een goed einde gebracht, en toegankelijk gemaakt voor de talrijke gasten die de gouverneur in zijn ambtswoning ontvangt.
Met de behandeling werd pas begonnen nadat de kunstwerken aan een grondig onderzoek waren onderworpen. Kennelijk waren ze oorspronkelijk voorzien van een polychromie in marmerimitatie. Het onderzoek wees uit dat de beschildering in de loop van de eeuwen meer dan eens was overgedaan. De houten dragers waarop de werken zijn bevestigd werden tot tienmaal toe herschilderd; de vleespartijen, die minder te lijden hebben gehad van de tand des tijds, ‘slechts’ vijf keer. Door die opeenstapeling van verflagen kwamen de sculpturale kwaliteit en de finesses van de reliëfs niet meer tot hun recht en kwam hun ‘leesbaarheid’ in het gedrang. Dankzij de conserveringsbehandeling hebben de sculpturen niet alleen hun originele luister teruggevonden maar ook hun uitgelezen bestemming in het oude paleis van de prinsbisschoppen van Luik.