Het Fonds Léon Courtin - Marcelle Bouché steunde de restauratie van 12 schilderijen van de Belgische kunstenaar Allard l’Olivier in het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Ze tonen het dagelijkse leven van de bevolking rondom het Kivumeer in de jaren 1920 en werden gemaakt voor de Wereldtentoonstelling van 1930.
Het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen (ITG) herbergt een uitzonderlijke collectie schilderijen van de Belgische kunstenaar Fernand Allard l'Olivier. Deze kunstwerken tonen het dagelijkse leven en de cultuur van de bevolking rondom het Kivumeer in de jaren 1920 en werden gemaakt voor de Wereldtentoonstelling van 1930 in Antwerpen.
Onlangs voerde het Instituut een restauratieproject uit om deze waardevolle schilderijen in hun oorspronkelijke staat terug te brengen. Het project werd mogelijk gemaakt door de financiering van het Fonds Léon Courtin-Marcelle Bouché van de Koning Boudewijnstichting.
De 12 schilderijen werden na de Wereldtentoonstelling naar het ITG gebracht. Ze zijn perfect geïntegreerd in de architectuur en lijken bijna gemaakt voor dit gebouw. Wellicht was er van bij het begin dus een dubbele bestemming voorzien, maar dit dient verder onderzocht te worden.
De reeks beeldt de overvaart van het Kivumeer uit, op de grens tussen Rwanda en Congo. De schilder vertrekt bij zonsopgang in Bukavu en vaart langs velden in volle bloei en een stoet dragers. Hij trotseert de dagelijkse wervelwind en woont een volksdans bij. ’s Avonds meert hij aan in de baai van Bobendana.
De schilderijen bieden een zeldzame blik op de cultuur van de Kivu-regio tijdens de koloniale periode. Ze werden gemaakt in een tijd dat België, net als vele andere Europese mogendheden, een kolonie in Afrika bezat en de stemmen en meningen van gekoloniseerde volkeren systematisch niet hoog op de agenda stonden.
Allard l'Olivier maakte deel uit van de Afrikanisten, een kunststroming uit de laat-negentiende, vroeg-twintigste eeuw. Deze kunstenaars kenden Afrika dankzij reizen ter plaatse en beeldden de inheemse bevolking af in al haar schoonheid en met de nadruk op etnische verschillen. De Afrikanisten negeerden de invloed van de westerse beschaving. Ondanks hun bewondering voor de Afrikanen was het werk van de Afrikanisten toch vaak een onderdeel van de koloniale propaganda. Dit is ook het geval voor deze werken, die getuigen van een gedachtengoed dat we vandaag verwerpen. Het past in een tijd waarin de westerse leefwijze en maatschappij als superieur werd beschouwd.
De restauratie van deze schilderijen biedt een gelegenheid om ze opnieuw te bekijken, ze te plaatsen in de historische context waarbinnen ze gemaakt werden en om na te denken over de impact van het kolonialisme en de waarde van het opnemen van verschillende stemmen in het behoud en de interpretatie van cultureel erfgoed. In de nabije toekomst wil het ITG hedendaagse artistieke stemmen uit België en partnerlanden aantrekken om een dialoog aan te gaan met zijn kunstcollectie.