De Koning Boudewijnstichting kreeg een geheel van drie diepe massieve zilveren kommen in klassicerende laatbarok geschonken van de heer Ivan Struye de Swielande. De ovaalvormige kommen werden vervaardigd tussen 1730 en 1734 door de Brusselse zilversmid Carolus Jr Timmermans II. Dergelijke diepere schotels kwamen in die periode in de mode en deden dienst als groentekom. De grootste van de drie kan eveneens als vlees- of pasteischotel gebruikt zijn geweest.
In het plat van de grootste kom staan de gegraveerde familiewapens van de Wargny d’Audenhove en le Merchier. De gewelfde wand met bolplooien sluit aan op een liggende boord met hierop fijn gegraveerd loof- en bandwerk met rasterwerk ertussen op een matte ondergrond. Dit versieringsmotief alsook de in- en uitzwenkende profielrand van dubbele accolades was zeer kenmerkend voor die tijd. Dergelijke ronde en ovale modellen van groentekommen werden, met variaties in randafwerking en boordversiering, in alle steden vervaardigd. De opkomst van de groentekom is te wijten aan de steeds meer verfijnde tafelgewoonten en eetcultuur in de 18de eeuw. Hierdoor was er nood aan een uitgebreider assortiment aan tafelvoorwerpen in zilver, waardoor geleidelijk aan het tafelservies ontstond.
De grote kom is 34 cm breed, 45 cm lang en 5 cm diep. De twee kleinere kommen meten elk 27 cm op 35 cm en zijn 4 cm diep. De kommen dragen merktekens:
het Brusselse keurmerk (een klimmende leeuw in gekroond schild en Sint-Michielshoofd)
de jaarletter (letter O bekroond met de jaartallen 1730-1734)
het meesterteken (gestileerde boom tussen de initialen CT, toegekend aan Carolus Jr Timmermans II)
De drie zilveren kommen zijn nu te bezichtigen in het Museum van de Stad Brussel, ook bekend als het Broodhuis. Open: dinsdag tot zondag van 10 tot 17u en donderdag tot 20u.