Vendredi is een van de meest ongewone ‘tijdschriften’ die de Belgische surrealisten hebben uitgebracht. Het is met de hand geschreven, werd nooit gedrukt en verscheen van 11 november 1949 tot 5 oktober 1951. Initiatiefnemer was de dichter Paul Colinet die in het totaal 100 nummers verstuurde, die elk 2 tot 10 pagina’s bevatten.
Het is een unieke en opmerkelijke getuigenis van de veelzijdigheid van het Belgische surrealisme. Het getuigt van de hechte banden en vriendschap, en van een collectieve maar terzelfder tijd versnipperde onderneming. Dankzij de mecenassen van de KBFUS, de Amerikaanse filantropische poot van de Koning Boudewijnstichting, kon dit werk aangekocht worden.
Zodra een nummer klaar was, d.w.z. wanneer tekst, collages of tekeningen hun plaats hadden gekregen, werd ze per post naar Robert Willems gestuurd, tekenaar en neef van Paul Colinet die toen in Belgisch Congo woonde.
Deze ongeveer 900 pagina’s doorslagpapier zijn het resultaat van bijna twee jaar samenwerking tussen Paul Colinet en de Belgische surrealisten. Nemen we op goed geluk een nummer ter hand, dan treffen we niet alleen bijdragen aan van René Magritte, Marcel Mariën, Louis Scutenaire, Irène Hamoir, Armand Permantier en leden van de jongere generatie zoals Christian Dotremont, Marcel Broodthaers, Marcel en Gabriel Piqueray en Pierre Alechinsky, maar ook van mensen uit de omgeving van het echtpaar Willems. Zo werd Vendredi tegelijkertijd een surrealistisch magazine en een familieblad.
Een grondige analyse van het document moet een nieuwe kijk brengen op het Belgische surrealisme.