Het Fonds Léon Courtin-Marcelle Bouché beheerd door de Koning Boudewijnstichting heeft op de BRAFA twee opmerkelijke opdienschotels van Doorniks porselein uit de 18e eeuw gekocht. De schotels zijn ovaal van vorm en werden gebruikt om een klein koffie- of theeservies voor een of twee personen op te dienen.
De eerste van de twee schotels valt op door de kwaliteit van de gouden rocaille-ornamenten die een zeer fijn geschilderd, polychroom, huiselijk tafereeltje omgeven. De decoratie van deze schotel is ongebruikelijk. Het tafereel schetst het bezoek van een arts aan een persoon die het bed houdt en wel eens een kraamvrouw zou kunnen zijn. Een echtpaar is bij haar op bezoek. Het interieur van het vertrek is zeer getrouw weergegeven. Deze intimistische voorstelling is uiterst zeldzaam in het werk van de Doornikse porseleinfabriek. Er zijn slechts een theepot en enkele doosjes bekend met eenzelfde soort decoratie. De herkenbaarheid van het tafereel en de schoonheid van de gouden guirlandes die het omsieren, doen denken aan het porselein uit Sèvres. Op basis van de kwaliteit van het goud en van de schildering, een waar meesterwerkje, kan worden vastgesteld dat deze schotel dateert uit het einde van de tweede periode van de Doornikse porseleinfabriek (rond 1774) toen deze werd geleid door François-Joseph Peterinck.
Op de tweede schotel staan verfijnde polychrome boeketten afgebeeld, een veel gebruikt thema op het porselein uit Doornik tijdens de hele 18e eeuw. Deze schotel maakte deel uit van een servies dat dateert uit het begin van de tweede periode, rond 1765.
De schotels zijn in bruikleen gegeven aan het Musée de Mariemont. Ze voegen zich daar bij de opmerkelijke soepterrine met de wapenschilden van William Mercer of Aldie die uit dezelfde tijd dateert en die het Erfgoedfonds in 2006 wist aan te kopen.