De familie van de Belgische kunstenaar Roger Somville (1923-2014) schonk 15 tekenende kunstwerken aan de Koning Boudewijnstichting. Het patrimonium van een van onze belangrijkste vertegenwoordigers van de socialistisch geïnspireerde realistische beweging wordt daardoor voor altijd behouden en voor iedereen toegankelijk gemaakt. De kinderen van Roger Somville, Claire en Marc Somville, vervulden zo de wens van hun moeder, keramiste Simone Somville Tits.
Roger Somville was een geëngageerd kunstenaar en fervent verdediger van het realisme (kunst die in direct contact staat met het echte leven). Hij was uiterst gedreven in het omzetten van de realiteit - geschiedenis, maatschappij en mens - in artistieke, vaak monumentale creaties. Hiervoor creëerde hij zijn eigen universum waarin de mens centraal staat, vaak met personages die er wat dromerig uitzien, evoluerend naar een abstract universum.
Somville ontwikkelde een monumentale expressieve stijl met sociale aspecten. Hoogtepunt hiervan zijn zijn grootse muurschilderingen zoals Notre temps in het Brusselse metrostation Hankar. Twee voorbereidende doeken voor deze muurschildering (La manifestante en Baigneuses de nuit) behoren tot de schenking en blijven volgens de wens van de schenkers in langdurige bruikleen bij de gemeenten Waterloo en Etterbeek. Ook de andere werken die in bruikleen zijn bij gemeenten en musea, blijven daar tentoongesteld.
De reeks geschonken werken vormen een mooie staalkaart van Somvilles oeuvre. Ze weerspiegelen enerzijds de diverse thematieken die in zijn werk aan bod komen: de mens in het algemeen, arbeiders, manifestanten, zijn echtgenote als muze, rokers en het caféleven (Sans titre - Fumeurs), maar ook politieke en maatschappelijke problematieken (Pluie Acide), zoals het wederkerende onderwerp van oorlogen (Nouvelles à Oostende). Somville startte zijn kunstenaarsparcours aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog en die drukte een stempel op zijn leven en kunst.
Naast een overzicht van de verschillende periodes uit zijn carrière (van 1958 tot 2000), geven de 15 kunstwerken een duidelijk beeld van de diverse picturale technieken die hij hanteerde, waaronder olieverf, acrylverf, Oost-Indische inkt en pastel. Ook twee schotels in keramiek behoren tot de schenking. Samen met zijn echtgenote en keramiste Simone Tits richtte hij in 1951 nl het atelier ‘Céramique de Dour’ op. Daarnaast realiseerde hij wandtapijten en talrijke grote muurschilderingen. Zo richtte hij in 1946 samen met Edmond Dubrunfaut en Louis Deltour het ‘Centre de Rénovation de la Tapisserie’ op en de groep ‘Forces murales’.