In 2016 ontving de Koning Boudewijnstichting 22 jachtdagboeken van de hand van ridder Édouard Lagasse de Locht. Zijn achterneven wensten deze unieke getuigenissen van een eeuwenoude jachtpraktijk genaamd de chasse à courre te bewaren en te ontsluiten.
Het is een rijke bron aan informatie over de chasse à courre in België. De auteur zet alle jachten in de Limburgse Kempen waaraan hij deelnam van 1925 tot 1955 uiteen in woord en beeld. De meeslepende verhalen, geïllustreerd met aquarellen en schetsen, doen de jachten als het ware herleven.
In 1908 vestigde de in Brussel geboren Édouard Lagasse de Locht (1880-1955) zich in Maastricht als jonge ingenieur voor de ontwikkeling van de buurttramlijnen. Zijn bureau was gelegen in Lanaken, waar hij al snel in contact kwam met de lokale jacht- en ruiteractiviteiten. Als goede ruiter met kennis van paarden en als jachthoornblazer wist hij zich al snel te integreren in de lokale gemeenschap. In 1909 huwde hij in Rekem met Marie-Anne Schoenmaeckers. Samen richtten ze een verlaten jachthuis in tot het prachtig landhuis ‘La Butte-aux-Bois’.
De dagboeken omvatten twee periodes. De eerste dateert van 1925 tot 1939, en gaat over de Rallye Vielsam. Deze dagboeken getuigen van de gunstige periode tussen de Wereldoorlogen. De tweede periode omvat de jaren 1951 tot 1955 en behandelt de Rallye Campine, een jachtgezelschap dat hij weer oprichtte en waarmee hij joeg tot aan zijn dood in 1955.
Naast alle jachten, beschrijven de jachtdagboeken ook de prachtige landschappen, en verschillende kastelen en woningen die vandaag verdwenen zijn of getransformeerd tot een nieuwe bestemming.
De dagboeken, een ware getuigenis van immaterieel erfgoed, vereeuwigen zo een traditie en een verdwenen jachtcultuur.