Dit schilderij illustreert een opmerkelijke gebeurtenis uit de geschiedenis van Dinant en de provincie Namen, en in ruimere zin ook van Europa. In mei 1675 werden tijdens de Frans–Hollandse oorlog de stad en het kasteel van Dinant belegerd door Lodewijk XIV, die er op 23 mei zijn intrede deed.
Ondanks zijn neutrale positie als onderdeel van het prinsbisdom Luik werd Dinant meegesleurd in de voortdurende conflicten tussen Frankrijk en Spanje. In 1554 was de stad al eens belegerd door de troepen van de Franse koning (die toen Bouvignes verwoestten) en daarna werd zij, tussen 1675 en 1703, bezet en van versterkingen voorzien door de militaire ingenieurs van Lodewijk XIV. Na die Franse episode kwam Dinant opnieuw onder Luiks bestuur.
Dit doek is van de hand van Adam-Frans van der Meulen (1632–1690), een in Brussel geboren Vlaams barokschilder die van strijd- en jachttaferelen zijn specialisatie had gemaakt. Hij raakte tot over de grenzen bekend en werd in 1662 door Charles Le Brun, eerste hofschilder van Lodewijk XIV en directeur van de Manufacture des Gobelins, naar Parijs gehaald. Drie jaar later werd hij toegevoegd aan het team dat als opdracht had het beeld van de koning te vereeuwigen. En doordat Van der Meulen de Franse vorst op al zijn reizen en tijdens zijn veldslagen vergezelde, raakte hij ook betrokken bij de inval in zijn eigen land…
De kunstenaar trok vervolgens naar de oevers van de Maas om er de nieuwe Franse gebieden in tekeningen vast te leggen en ze daarna te schilderen. Op die reis maakte hij kennis met de getalenteerde landschapschilder Cornelis Huysmans, aan wie het landschap op dit schilderij wordt toegeschreven. De bijzonder natuurgetrouwe behandeling van het rechtergedeelte wijkt namelijk af van wat we gewoon zijn bij Van der Meulen.
Het Fonds Pierre François Tilmon, dat zich inzet voor het behoud en de promotie van het Naamse erfgoed, heeft dit schilderij op 23 maart 2017 kunnen aankopen op een veiling in Artcurial in Parijs. Zo heeft ze het Belgisch patrimonium verrijkt met een uniek getuigenis uit de Naamse geschiedenis.
Het kunstwerk zal een plaats krijgen in het Hôtel de Groesbeeck-de Croix – Musée des Arts Décoratifs in Namen na de renovatie van het gebouw.