Het begon met de aankoop van enkele tegels op rommelmarkten in de jaren 70. Uiteindelijk werd het een indrukwekkende collectie van meer dan 9.000 tegels. Om het behoud van de collectie te verzekeren en om de tegels toegankelijk te maken voor het grote publiek, schonk Roberto Pozzo ze aan de Koning Boudewijnstichting.
De verzameling van Roberto Pozzo groeide uit tot dé referentieverzameling van Belgische keramiektegels. Ze is een unieke getuige van de ontwikkeling van de Belgische industriële tegel (1840-1940) en zijn Europees belang. Deze keramische vloer- en wandtegels hebben een lange internationale geschiedenis. In die tijd waren er zo’n dertig fabrieken die Belgische tegels produceerden en zelfs tot in Latijns-Amerika uitvoerden. Het belangrijkste productiecentrum was de Hemiksemse fabriek Gilliot & Cie, nabij de oude Sint-Bernardusabdij van Hemiksem (Antwerpen), met een productiecapaciteit van 300.000 tegels per dag. Niet verwonderlijk dat een derde van de collectie Pozzo uit die Hemiksemse fabriek Gilliot komt.
Naast de vele tegels in verschillende neostijlen en art deco, zitten er in de collectie prachtige voorbeelden van tegels in art nouveau. Eind 19e eeuw hadden tegels, tegelpanelen of bouwkeramiek veel succes in de art-nouveau-architectuur. Maar de stijl raakte al snel uit de mode en heel wat Brusselse huizen werden afgebroken of gerenoveerd, waardoor veel keramiekregels verkocht werden op antiek- en rommelmarkten. Daar vond Roberto Pozzo, die gepassioneerd was door art nouveau, prachtige exemplaren met vaak gestileerd floraal decor.
De collectie is boeiend en uitzonderlijk door haar indrukwekkende omvang en door haar diversiteit: heel verschillende formaten, periodes, stijlen, types, technieken en herkomst. De verzameling van zo’n 9.000 stuks weegt alles samen 4 ton. Ze werd nu ondergebracht nabij de plaats waar een groot deel van de collectie gemaakt werd: het Gilliot & Roelants Tegelmuseum in Hemiksem. De collectie zal daar toegankelijk zijn van zodra de inventaris beschikbaar is.