Een unieke collectie maquettes van locomotieven, rijtuigen en wagens uit de Legrand-collectie zijn nu te bewonderen in Train World. Claude van den Hove d’Ertsenryck, waarnemend voorzitter van de Koninklijke Belgische Vereniging der Vrienden van het Spoor, droeg ze over aan de Koning Boudewijnstichting.
Het is een unicum: een model-spoorwegnet op schaal 1:22,5 van meerdere honderden meters lang, met reproducties van echte spoorvoertuigen zoals locomotieven, rijtuigen en goederenwagens die in het begin van de 20ste eeuw op het NMBS-net rijden. Raymond Legrand, gepassioneerd modelbouwer, wijdde er zijn hele leven aan. Zijn levenswerk is nu voor altijd bewaard.
De voorbije jaren werd de Legrand-collectie ondergebracht bij de KBVVS (Koninklijke Belgische Vereniging der Vrienden van het Spoor). Om zijn toekomst veilig te stellen besloot Claude van den Hove d’Ertsenryck, waarnemend voorzitter van de KBVVS, deze waardevolle collectie over te dragen aan de Koning Boudewijnstichting, die ze in langdurige bruikleen gaf aan Train World. Een aantal van deze modellocomotieven en -wagons zijn nu te bewonderen op het einde van het parcours en sluiten als een echte knipoog het bezoek aan het museum af.
Raymond Legrand, gepassioneerd modelbouwer
Raymond Legrand werd geboren in 1904. Gedreven door zijn passie voor treinen, begint hij op zijn 14e aan wat later zijn levenswerk zal blijken: de bouw van een modeltreinbaan op schaal III (1:22,5) met reproducties van echte spoorvoertuigen (locomotieven, rijtuigen en goederenwagens) die op dat ogenblik op het NMBS-net rijden. Oorspronkelijk bouwt hij maquettes voor uitstalkastjes. Maar al snel begint hij zijn locomotieven ook te motoriseren.
In 1938 begint hij in een bijgebouwtje in zijn tuin in Vorst (Brussel) aan de bouw van een spectaculaire modelspoorbaan van meerdere honderden meters spoor. Daarin verwerkt hij onder andere het station van Brussel-Zuid, inclusief de uitwijkbundels van Vorst-Rijtuigen. Raymond Legrand bouwt alles zelf: van de sporen, de dwarsliggers, de locomotieven en de rijtuigen tot en met de gebouwen. Door de schaal waar hij voor kiest (1:22,5), kan hij zich volledig uitleven in de details, en daar gaat hij ver in! Zijn schaalmodellen zijn verbluffend realistisch. Vanaf 1929 bouwt hij achtereenvolgens vijf locomotieven (vier stoomlocomotieven en een elektrische). Per rijtuig kost hem dat tussen de 600 en 1200 uren werk. Sommige locomotieven zijn tot 1,20 m lang, 30 cm hoog en wegen wel 30 kg. Verder bouwt hij een tiental oude NMBS-reizigersrijtuigen van het type ‘K’ na, en twee slaaprijtuigen Wagons-Lits (allemaal bijna één meter lang, en gemonteerd op draaistellen) en een veertigtal goederenwagens. Alle stukken maakt hij met de hand en zijn dus 100 % uniek. Ze getuigen allemaal van een opmerkelijke finesse en precisie. De locomotieven worden aangedreven door elektrische motoren. Ze rijden met andere woorden op eigen kracht over het spoorwegnet en trekken rijtuigen of wagens voort. Een bedieningstafel, een optisch controlebord en de nodige elektrische apparatuur maken het spoorwegnet af.
Raymond Legrand overleed in 1968 op 64-jarige leeftijd.