De broer en zussen van de Belgische tekenaar Didier Comès, een van de grootste striptekenaars van de tweede helft van de 20e eeuw, schonken in 2013 het complete artistieke patrimonium, dat zij als wettige erfgenamen in ontvangst mochten nemen, aan de Koning Boudewijnstichting. Het gaat om originele prenten, boeken, tekeningen en documentaire archieven.
Op die manier voorkomen zij dat de nalatenschap die Comès levend zal houden, verspreid raakt. De tekenaar had in zijn testament nl geen enkele maatregel genomen om dit patrimonium na zijn overlijden te beheren.
Didier Comès werd geboren in 1942 en had een Duitstalige vader en een Waalse moeder. In 1969 begon hij strips te tekenen. Zijn strips verschenen in Le Soir, Pilote, Robbedoes, Kuifje en A Suivre (Wordt vervolgd). Tijdens zijn loopbaan als tekenaar (van Sventebold (1969) tot Dix de Der (2006) met daartussen Silence (1979), Eva (1985) en La maison où rêvent les arbres (1994) ) bleef zijn tekenstijl voortdurend evolueren.
Met zijn typerende zwart-wit stijl koos Comès voor een bijzonder sterk uitdrukkingsmedium. Hij liet zich hierbij inspireren door Amerikaanse tekenaars zoals Milton Caniff, Jack Davis en Paul Coker maar het zou vooral Hugo Pratt zijn - met wie hij ook nauw bevriend raakte - die hem sterk heeft beïnvloed.
Didier Comès vertelt ons echte legendes die zich afspelen in sombere en woeste werelden. Zijn geliefkoosde thema’s zijn het bovennatuurlijke en hekserij, met vaak een knipoog naar Ardense landschappen en de Fagne: een blik uit het raam volstond om inspiratie op te doen.
De Stichting werkt samen met het Musée en Piconrue in Bastogne voor het behoud en de voorstelling van het ontvangen oeuvre.
In 2020-2021 plaatste het Erfgoedfonds de Belgische tekenaar Didier Comès in de kijker, via de tentoonstelling ‘Comès, over Schaduw en Stilte’ in het museum BELvue. Eerder bracht ze ook een publicatie uit: ‘Didier Comès. De schittering van diep zwart’, die u online kan inkijken of te bestellen.